Hoe Gerard Croiset aardstraling zag...

Klik hier als je links geen menu kolom ziet



Mijn klanten vragen vrijwel altijd hoe ik doe, wat ik doe.
Ik heb daar eigenlijk geen antwoord op. Ik kan het niet uitleggen.
Ik heb de vragen die ik daar zelf over had:
- Wat gebeurt er?
- Waarom kan ik dit?
opgegeven en losgelaten.

Enige tijd geleden kreeg ik het boek "Croiset Paragnost", autobiografisch, in handen.
Onderstaand een passage, die zich naar schatting afspeelt in of vlak voor de tweede wereldoorlog, uit dit boek "Croiset Paragnost"", waarin Gerard Croiset beschrijft hoe hij aardstraling waarneemt en wat er gebeurt als hij het wegneemt. Hierin wordt mij enigszins duidelijk wat er gebeurt.

De zwarte walm in het biggenhok.
Er was een boer uit Bentelo, die hem om raad gevraagd had, omdat in een van zijn varkenskotten telkens de varkens dood gingen . Men had het hok al drie maal zo goed mogelijk ontsmet, maar het mocht niet baten. Ook de veearts kon de oorzaak niet vinden, ook niet na een grondige sectie. Na de ontsmetting had hij het hok zelfs nog enkele maanden als opslagplaats voor veevoer gebruikt. Toen er daarna weer een nieuw toom varkens in kwam, gingen ook deze dieren dood.
Ten einde raad was hij naar Ter Laak (paragnost te Oldenzaal) gegaan. Zou de doodsoorzaak van de varkens misschien een verkeerde invloed uit de aarde kunnen zijn, de zogenaamde aardstralen?
Toen Ter Laak (wichelroedeloper en vriend van Croiset) deze vraag voorgelegd kreeg, had hij meteen aan ons (Gerard Croiset en Ter Horst) gedacht. Wellicht konden wij gezamenlijk iets ontdekken. Dat was een kolfje naar onze handen zo togen wij gedrieen naar de boerderij in Boekelo. De boer wilde ons direct het varkenshok aanwijzen, maar ik vroeg hem dat niet te doen.
In de stallen waren verschillende varkenshokken. Op een ervan liep ik meteen af en dit bleek het bewuste te zijn. Mijn ervaringen met aardstraling waren nog niet zo groot. Ik schrok toen ik de vloer van het hok bekeek. Het was alsof er even boven de grond een dikke roetwalm zweefde. Daar weer boven zag ik een donkerblauw en donkergrijs kleuren veld.
Vreemd genoeg kon ik geen enkele verbinding tussen de kleurenvelden onderling ontdekken. Op zo'n zestig centimeter boven deze donkere kleurenmassa nam ik een veld van lichtere kleuren waar. Zij waren echter nog lang niet zo licht als de kleuren die rondom een mensenhoofd aanwezig kunnen zijn (de aura). Ook tussen de donkere en de lichtere kleurenvelden boven de walm kon ik geen enkel contact ontdekken.
Ter Laak en Ter Horst begonnen met hun wichelroeden te lopen. Deze draaiden zo snel in hun handen rond, dat het wel propellers leken. Maar er was iets anders waardoor ik volkomen gefascineerd werd. Toen de beide wichelroedelopers dwars door de dichte zwarte walm liepen, bleef deze walm bewegingloos. Ik was daar zeer verwonderd over. Kijkend naar de verrichtingen van mijn vrienden, kreeg ik ineens de aandrang om zelf tot actie over te gaan. Ik gaf toe aan een innerlijk drang om in het varkenshok neer te knielen en net als destijds strekte ik mijn handen uit, mijn vingertoppen naar de grond gericht. Het stroomde via mijn handen naar mijn hoofd en vandaar naar mijn hart. Het hield een paar minuten aan. Toen het gevoel ophield, trok ik met mijn handen een cirkel om mij heen. Opkijkend zag ik dat de roeden langzamer begonnen te draaien om tenslotte geheel tot stilstand te komen.
Ter Horst was perplex en dacht dat ik door mijn beinvloeding het draaien van de wichelroede onmogelijk had gemaakt. Toen zij echter het hok uitgingen en ergens anders op een aardstraal stootten, merkten zij dat de roeden weer normaal functioneerden.
Wij begrepen er niets van. Weer naar het hok kijkend, zag ik dat de zwarte walm nog steeds aanwezig was, doch dat er nu een contact ontstaan was tussen de kleurenvelden onderling, waardoor het zwarte veld meer en meer met de andere kleurenvelden vermengde. Opnieuw gingen Ter Horst en Ter Laak door het hok lopen, maar ook nu bleven de wichelroede onbeweeglijk.
Wij vroegen de boer een nieuw toom biggen te kopen. Wij boden hem aan zelf de helft van het benodigde bedrag te betalen. Van dit laatste wilde hij echter niets weten. Hij nam in vol vertrouwen het risico en wij waren benieuwd. Een jaar later zijn we weer bij de boer in Bentelo gaan kijken.
Er zat inmiddels al een tweede toom varkens in het hok, dat in blakende welstand verkeerde.

Tot zover deze passage.




Naar boven Laatste wijziging 24/03/15