Verband tussen Aardstraling en Gezondheid.

Klik hier als je links geen menu kolom ziet

Dat er een verband bestaat tussen aardstraling en de gezondheid is voor mij helder. In het reguliere medische woordenboek komt het woord "aardstraling" niet voor. Dit had zoveel anders kunnen zijn, want er zijn in het verleden zoveel onderzoeken naar gedaan en er zijn zoveel treffende aanwijzingen dat aardstraling wel degelijk van invloed is op de gezondheid. Ik gebruik bewust het woord "aanwijzing". Voor mij is een aanwijzing genoeg. Wetenschappers willen "bewijs" en steken heel veel energie in het welles- nietes wanneer er ergens iets bewezen wordt. Wetenschappers hebben de ingebakken gewoonte om het niet met elkaar eens te zijn. Ze gebruiken vooral hun verstand en veel minder hun gevoel, terwijl de doorsnee mens de voorkeur geeft op basis van een goede balans tussen verstand en gevoel zijn of haar oordelen een plaats te geven. Er zijn gelukkig uitzonderingen en ik heb het gevoel dat juist in deze tijd heel voorzichtig een trend is waar te nemen dat ook wetenschappers uit de westerse medische wereld een vaag vermoeden krijgen dat er toch af en toe aanwijzingen zijn dat er "iets" is dat je niet kunt meten, maar als je je gevoel er voor openstelt wel kunt gewaar worden.
Als je meer wilt weten van onderzoeken op het gebied van aardstraling in relatie tot gezondheid, kom je niet om het onderzoek van Gustav Freiherr Von Pohl uit. Hier volgt in het kort de beschrijving van zijn onderzoek:

Het Onderzoek in Vilsbiburg.
We gaan terug in de tijd, naar 1929.
Freiherr Von Pohl was een wichelroedeloper, die veel werd gevraagd aan te geven waar wateraders liepen voor het slaan van een bron. Door deze werkzaamheden kwam hij in het Zuid Duitse stadje Vilsbiburg.
Het viel hem op dat de gebouwen erg vochtig waren als gevolg van optrekkend vocht uit de bodem.
Hij legde het verband tussen dit optrekkend vocht en ondergrondse wateraders en vermoedde dat een groot deel van de bevolking ziek moest zijn.
Het Markebestuur van Vilsbiburg wilde hem voor dat hij dit zou mogen onderzoeken testen. Hij moest vijf zogenaamde blikseminslag plekken lokaliseren. Deze plekken kon hij met behulp van de wichelroede exact aanwijzen.
Freiherr Von Pohl, had ruim dertig jaar ervaring en wist dat de bliksem altijd inslaat op een plek waar twee onderaardse wateraders elkaar, op verschillende hoogtes uiteraard, kruisen.
Het inwoners bestand van Vilsbiburg bestond uit 3300 personen, die in de 565 huizen 900 huishoudens vormden. Ze waren allen autochtoon en gebruikten al jaren dezelfde huizen als hun voorouders.
Dit was een uitstekende situatie voor een dubbel blind onderzoek.De opgave die hij zichzelf gesteld had was: Zonder voorkennis van de sterfgevallen, het totale patroon van kankerverwekkende wateraders in de stad onder toezicht van de politie in de plattegrond van de stad weergeven.
Na het afronden van het onderzoek en het intekenen van de wateraders in de kaart zouden deze het in het Markebestuur met de aanwezige lijkschouwerdocumenten, met de diagnose "kanker", worden vergeleken en dan zou onderzocht worden of de overledenen precies boven zo'n aangegeven waterader hun slaapplaats hadden.

Von Pohl kreeg een vergunning om het grondgebied van de bewoners te mogen betreden voor zij onderzoek. Maar over het doel van zijn onderzoek mocht niet met de bewoners gesproken worden. Om dit te controleren werd hij tijdens zijn onderzoek begeleid door een politiefunctionaris.

Von Pohl onderzocht van 13 tot 19 januari de Marke Vilsbiburg en de omliggende buitengebieden. Hij kreeg een plattegrond (schaal 1 : 1000) om hier de sterkste wateraders in aan te geven met een zwart potlood. Hij werd tijdens zijn onderzoek begeleid door de politiefunctionaris, de burgermeester, een plaatselijk journalist en een andere wichelroedeloper die moest checken of hij zijn werk goed deed.
Hij gebruikte bij zijn onderzoek 4 verschillende wichelroedes, ieder voor zijn eigen toepassingsgebied.
Sommige van de gevonden wateraders waren zo sterk dat de wichelroede hem uit de handen schoot.
Naast het inteken van de wateraders schreef hij er ook breedte, diepte en de intensiteit bij.
Von Pohl gebruikte een intensiteitschaal van 1 tot 16, waarvan alles boven de 8 genoteerd werd als zijnde bedreigend voor de gezondheid.
De begeleidende wichelroedeloper, Georg Brandl kon zonder uitzondering al zijn bevindingen bevestigen.
Terwijl Von Pohl zijn onderzoek deed kreeg de districtsarts de opdracht om het overlijdensregister te checken op kankergevallen. Sinds 1918 waren deze voorhanden.
Er waren 48 kankergevallen bekend met naam, adres, leeftijd en doodsoorzaak, er werden er 6 door de burgemeester toegevoegd uit de tijd van voor 1918. Zo ontstond er een lijst met 54 namen, waaronder 32 mannen en 22 vrouwen. Op de late namiddag van 19 januari werden de door Von Pohl ingetekende wateraders met de kankersterfgevallen vergeleken.
Alle sterfgevallen lagen op sterke wateraders. Ieder afzonderlijk geval werd ter plekke gecontroleerd en heronderzocht. Von Pohl kon dikwijls al van buiten het huis aangeven waar het bed zou hebben gestaan. In het geval van tweepersoonsbedden vroeg hij niet geïnformeerd te worden over de exacte plaats in bed en kon hij aangeven op welke plek in het bed de overledene had gelegen.
De 54 sterfgevallen werden met een rood kruisje op de kaart gemarkeerd. Nog diezelfde dag werd er een ambtelijk protocol opgemaakt, waarin werd gesteld dat het Von Pohl was gelukt om zonder voorinformatie, ontegenzeggelijk vast te stellen dat er een verband bestaat tussen een onderaardse waterader en de plek van het bed van een zieke.

Tot zover dit onderzoek.

Er zijn in die tijd meerder onderzoeken gedaan. Velen zijn ons voorgegaan in het onderzoeken en in onze pogingen deze dreiging te stoppen. De resultaten van deze pogingen zijn niet altijd even succesvol geweest en natuurlijk zijn er "handige jongens" geweest die gebruikmakend van de angst van anderen hebben geprobeerd hieruit munt te slaan.
Vooral dit laatste heeft er toe bijgedragen dat de bestrijding van aardstralen vaak wordt gezien als een geheimzinnige, onbetrouwbare, handige geldklopperij.

Maar er zijn ook zoveel goede dingen gebeurd. Er zijn lezingen gehouden, boeken, kranten en tijdschriften vol geschreven.
Wat is er toch aan de hand, dat dit hier in veel kringen nog steeds lacherig over wordt gedaan? De medische wereld haalt de schouders op terwijl er nog zo veel mensen onnodig lijden aan allerlei ziektes en geen idee hebben dat de oplossing vaak zo dicht bij is.



Naar boven Laatste wijziging 24/03/15